Woensdag 26 mei
​
Meldt Edil zich met zijn oom Primitivo voor de rit naar Belize. We laten onderweg Tikal links liggen, omdat we na Teotihuacan, Palenque, Yoxchilan en Bonampak ons verzadigingspunt voor Maya tempels even bereikt hebben (schon genug!). De weg is inderdaad prima, rustig, veilig, goed onderhouden. Het laatste stukje voor de grens is ongeplaveid, maar heel goed begaanbaar. We bekijken nog even een begraafplaatsje omdat het zulke kleurrijke graven zijn.
​
Het grensriviertje is voorzien van een wat officiëlere slagboom dan de grens tussen Guatemala en Mexico. Loketten, petten, douane, wachtrij. En dan zijn we in Belize, v/h Brits Honduras. Het verschil is meteen levensgroot. De tuintjes zijn kortgeknipt tot gazon! De bevolking is niet Indiaans, maar Creools, nakomelingen van de negerslaven die hier door de Engelsen heengebracht zijn. En voertaal is niet langer Spaans maar Engels. Ook Belize was ooit een Maya-rijk. In de 17e eeuw vestigden een paar Britse piraten er zich, en gebruikten het als uitvalsbasis om de Spaanse vloot te bestoken. Omdat ze succes hadden kregen ze van de Britten legitimiteit, en zo ontstond uiteindelijk de kroonkolonie, die economisch met name op de export van hardhout en suiker dreef. Na de 2e wereldoorlog wilden de Britten niet voldoende investeren in de door orkanen verwoeste infrastructuur en devalueerden ze bovendien de munt, hetgeen tot oproer leidde. In 1980 werd het staatje uiteindelijk onafhankelijk. En nu moet toerisme de boeren-economie vlot trekken. Wat dat betreft heeft Belize een hoop te bieden: een schitterend Barrier Reef, dat qua lengte alleen door het Australische rif overtroffen wordt, en prachtige jungle met combinatie van cultuur en natuur.
Voor we er erg in hebben zijn we al in Belize City. Vroeger de hoofdstad van het land, in 1930 verwoest door een orkaan, nu nog steeds het eigenlijke centrum van het land. We rijden er even snel door heen, eten wat, zien een oninteressant crafts-marktje, en komen om kwart over 3 op het vliegveld aan, een groot woord voor een klein landingsstripje met 2 keten van de maatschappijtjes die er vliegen. Het volgende toestel blijkt om half vier te gaan, er zijn nog precies 4 plaatsen, dus stap maar in, boarding over 10 minuten! We nemen afscheid van onze chauffeur, en lopen naar het vliegtuig. Tamar mag in de stoel van de co-piloot! What’s this button for?
​
Zaterdag
En nu zijn we al 3 dagen op dit tropische eilandje, in de zon, passaatwind waait over het strand. We hebben al 2 x prachtig gesnorkeld.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
De eerste dag was fenomenaal: in Hol Chan, een marine natural park snorkelden we langs het prachtige koraal terwijl grote vissen, roggen en 3 meter lange haaien ons begeleidden. Het heeft zijn bijnaam Sharks Alley absoluut verdiend! Miriam heeft zelfs met een zeeschildpad gezwommen! Toen die langs de boot kwam zwemmen, dook Miriam pardoes met de camera het water in, en heeft ruim een kwartier praktisch bovenop de schildpad gehangen. De schildpad bleef rustig bij haar, terwijl ze van alle kanten foto’s maakte. Ook de roggen lieten zich door ons aaien! Lees vooral ook wat Miriam daar zelf over te melden heeft op haar pagina!
De zee is blauw en prachtig helder, het strand is wit. San Pedro als plaatsje heeft niet veel te bieden, maar is ook niet verpest door het toerisme. Het is gewoon een dromerig hippiedorpje, dat het moet hebben van de dingen die buitenlanders nodig hebben, maar zonder discodreun of fastfood.
Binnen een paar jaar zal Belize wel ‘boomen’. Per slot ligt het op 2 ½ uur vliegen van de USA, en heeft het voor duikers en snorkelaars veel te bieden, met een prachtige jungle als achterland. Maar nu is dat allemaal nog ver weg, en zijn net de eerste luxe voorzieningen gerealiseerd.
We zitten in White Sands Cove, een kleinschalig appartementen complex met een zwembadje, een paar kilometer ten noorden van het stadje San Pedro. Je komt er met watertaxi’s over zee, want auto’s kunnen niet oversteken over een klein riviertje aan de rand van het dorp. Het meeste lokale vervoer is per boot, per fiets of per golfcart.
‘Het management’ stond ons bij aankomst al op de steiger op te wachten: een jong echtpaar Scott en Annemarie, met hun kleine kinderen Ben en baby Jack. Zij komen uit New Hampshire en zijn 8 weken voor ons gearriveerd. Ze zullen de show hier minstens een jaar runnen, maar zijn duidelijk zelf ook nog een beetje aan het wennen..













