top of page
image001.jpg
image014.jpg
image018.jpg
image026.jpg
image023.jpg
image029.jpg
image033.jpg
image035.jpg

Verslag van de dag 9

 

Zondag 22

is ’s ochtends school, en ’s middags gaan we naar de grotten, waar miljoenen glimwormen voor een sprookjesachtige verlichting zorgen. Het is een mooie tocht: vanuit Te Anau vertrekt een boot van Real Journeys, die er een uurtje over doet om naar de overkant te komen. Daar is tussen de bomen een klein hutje, waar we ontvangen worden, en na een instructiefilmpje in kleine groepjes (12 mensen) naar de grot gebracht. We moeten door een nauwe, lage opening in de rots, langs een onderaards riviertje dat daar naar de oppervlakte komt en in het meer uitmondt. Dan stappen we in de eerste grot in een bootje, dat door de begeleider langs een kabel door het donker wordt getrokken. Aan de overkant vervolgen we de wandeling, en klauteren omhoog langs een donderende waterval, die een beetje is aangelicht en er sprookjesachtig uitziet. Na 10 minuten komen we bij een 2e meertje, waar we in het pikkedonker overheen getrokken worden. En dat donker wordt prachtig opgelicht door een sterrenhemel van glimwormen. Heel bijzonder. De tour is ook uitstekend georganiseerd. Als de ene groep het bootje heen brengt kan de andere er mee terug, de timing is perfect. Heel leuk!

​

 

 

 

 

 

 

 

Maandag 23 februari

Maken we een hele mooie excursie naar een fjord: de zuidkust van Nieuw Zeeland is een beetje vergelijkbaar met Noorwegen, diepe fjorden die in de ijstijd zijn uitgesleten door gletsjers, en zich -toen de gletsjers zich met het stijgen van de temperatuur terugtrokken – vulden met zeewater. De twee bekendste zijn Milford Sound en Doubtful Sound. De laatste –zo genoemd door Captain Cook die twijfels had of hij er zijn boot nog wel zou kunnen keren- gaan we bezoeken. Eerst een boottocht van anderhalf uur, vanuit Manapouri over een schitterend meer (Lake Manapouri, net ten zuiden van Lake Te Anau), waar langs de oevers bijna geen menselijke sporen zijn. Dan aan de overkant van het meer worden we met bussen verder gebracht. Dit gebied is in de 50’er jaren ontsloten toen men er een waterkrachtcentrale heeft gebouwd. De weg die daarvoor is aangelegd kunnen wij nu gebruiken om bij de Sound te komen. Bovendien is de centrale toegankelijk gemaakt voor bezoekers. En dat levert een hele leuke & leerzame excursie op: de bus rijdt de berg in, en spiraalt dan 2 kilometer door een nauwe tunnel die net groot genoeg is voor een bus (of vrachtwagen met materiaal)  zo’n 200 meter naar beneden, tot zeeniveau. Dan diep in de berg is er een keerpunt, waar de bus draait, en wij er uitgaan voor een bezoek aan de machinekamer: En dan stap je plotseling uit de donkere ruwe tunnel in een helder verlichte schone fabriekshal, ter grootte van 2 voetbalvelden waar achterelkaar 7 turbines staan. Het water van het meer stort zich door de geboorde verticale kanalen een kleine 200 meter naar beneden,  en drijft daar de turbines aan. Als er iets mis zou gaan, en een van de turbines zou lekken staat de hele ruimte binnen 3 seconden vol water…. De centrale is een aardig voorbeeld van vroeg milieu-activisme: toen ze werd aangelegd was het oorspronkelijk plan om een stuwdam te bouwen, waardoor het niveau van het meer zo’n 20 meter zou stijgen, en één geheel zou gaan vormen met Lake Te Anau. De –weinige- bewoners van het gebied kwamen in opstand tegen deze ingreep in de natuur, en wonnen uiteindelijk de strijd: er werd een andere methode gekozen met een iets kleiner rendement, maar zo is het niveau van het meer precies te regelen binnen dezelfde grenzen als voor de bouw van de centrale.

 

              

 

 

 

Na het verlaten van de berg rijden we door prachtige natuur over een bergpas en dan zien we de fjord liggen. Onderweg is het overal erg groen: in dit gebied valt zo’n 300 dagen per jaar neerslag, per jaar 7 meter… Langs de bergwanden groeien dan ook prachtige varens en een enorme verscheidenheid aan mossen. Overal komen kleine en grote watervallen naar beneden. Na 3 kwartier zijn we bij het haventje en gaan we scheep.

 

 

 

 

 

 

We hebben geluk want er is niet veel wind, waardoor we de Sound helemaal uit kunnen varen tot aan de Tasman zee. Wel gaat het onderweg weer regenen, maar een groot deel van de tocht kunnen we gewoon aan dek staan, waar het heerlijk is. We zien zeehonden, een paar springende vissen en naar het schijnt een paar pinguins (maar daar moest je wel erg goede ogen voor hebben..).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

​

​

​

​

​

​

​

​

In the middle of nowhere staat er dan plotseling een klein houten vissershutje op palen, met een helikopter platform erbij. Kreeft vissers blijven hier vaak een paar weken, en de verse kreeft wordt per heli opgehaald.

 

 

 

Op de terugweg gaat het toch flink waaien, maar het is heerlijk. Moe van alle frisse lucht stappen we aan het eind van de middag weer in de bus terug. Het was een mooie dag. We hebben zo’n 300 watervallen geteld!

 

We slapen nog een nacht in Te Anau.

 

 

 

Dinsdag vertrekken we weer uit Fjordland, en rijden via het Wanaka meer over de Haast Pass naar Haast, aan de Westkust, een vrij lange rit. Lake Wanaka is weer zo’n geweldig mooi, blauw bergmeer, waar we even onderbreken, en de daarop volgende bergrit is groen, goed toegankelijk, met riviertjes en watervallen, maar ik ben de enige die van het uitzicht geniet, want de dames vallen in een diepe slaap. Aan het eind van de middag komen we in Haast aan, wat niet meer blijkt te zijn dan 2 eenvoudige motels en 5 huizen. Goed genoeg voor de nacht.

 

 

 

 

 

Woensdag 25 is een prachtige zonnige dag. Dankzij de lange rit van gisteren zijn we al vrij vroeg bij de Glaciers. Hier zijn we nu aan de westkant van dezelfde bergrug waar we eerder aan de oosthelling van Mount Cook gelogeerd hebben, de Southern Alps. De twee hoogste toppen zijn Mount Cook en Mount Tasman. De gletsjers die aan deze zijde naar beneden komen –Fox Glacier en Franz Josef Glacier- zijn uniek omdat ze vrijwel in zee uitmonden. 150 jaar geleden was hun smeltmeer bijna op het strand, tegenwoordig iets hoger, maar nog steeds midden in het regenwoud. Dat lage smeltpunt komt doordat ze steil naar beneden komen, en tegelijkertijd voldoende voeding krijgen met verse sneeuw. Net als in Fjordland valt ook hier erg veel neerslag, maar dan in de vorm van sneeuw. De vrij warme Tasman zee is hier debet aan: de lucht boven de Tasmanzee wordt verzadigd met water, waait dan richting Zuid Eiland, en laat bij de eerste bergrug die ze tegenkomt bij het stijgen haar druppels vallen, als een spons die wordt uitgeknepen. Een van de attracties hier is, dat je een helikoptervlucht kan maken over de gletsjers, met een landing op de sneeuw, maar als we al klaar staan om in te stappen is het bovenin inmiddels zo dichtgetrokken, dat de vluchten voor de rest van de dag gestaakt worden. We maken dan maar een wandeling naar de voet van Franz Joseph Glacier, en als altijd tonen de meisjes zich prima wandelaars. Na 2 uur wandelen komen we 2 Zwitsers tegen, die ons herkennen vanuit Ayer’s Rock, het reiscircuit is een klein wereldje.

 

 

 

We slapen in een motel bij de gletsjer, en de volgende ochtend zijn we de eerste om alsnog in een helikopter te stappen. Vanaf een klein grindveldje in het dorp vertrekken zo’n 8 helikopters voor rondvluchten. Wij krijgen een prachtige tocht over de Fox Glacier, landen boven, maken wat foto’s in de zon, en zijn 3 kwartier later weer terug. En dan is het ook weer meteen uit met de pret: het is weer dichtgetrokken en de helikopter staat aan de grond. Die arme mensen hebben de hele maand pas 8 werkbare dagen gehad, terwijl dit hun topmaand moet zijn. Maar wij hebben het binnen! ’s Middags staat er nog meer pret op het programma: we gaan met 2-persoons zeekayaks en een gids op Lake Mapourika kayaken. We hebben het hele meer voor ons alleen, zo glad als een spiegel, en prachtig. We varen een uurtje, dan eten we even iets op het water, en dan keren we terug. Maar Miriam moet even zwemmen, dus springt ze de kayak uit, en maakt een rondje in het ijskoude water. Dapper hoor!

                                 

 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Vrijdag 27

Rijden we langs de kust door naar het noorden. Vlakbij Greymouth onderbreken we de rit bij een oude goudmijn, waar we een rondleiding krijgen door de schachten, en zelf goud kunnen ‘pannen’. Eindeloos water met grind in het rond draaien om de kleine korreltjes goud tussen het zand uit te krijgen, monnikenwerk! Maar de meisjes kunnen de oogst in een klein flesje stoppen, en zijn er reuze ‘verguld’ mee. We logeren in een B&B in Barrytown, een gehucht vlak onder Punakaiki. Alistair en Kathy zijn een aardig bejaard echtpaar, dat uit Christchurch komt en zich hier heeft teruggetrokken. Om toch wat aanspraak te hebben runnen ze een B&B. Ze hebben onder hun huis een schitterend ruim appartement gebouwd, met een heerlijke open haard, en we besluiten meteen een 2e nacht te blijven. Vlak na de goudmijn is het weer gaan gieten, en dit is een prima uitvalsbasis voor de komende dagen. Ik help Alistair even met zijn nieuwe computer, want hij heeft zich wel de middelen verschaft om hier ver van de bewoonde wereld toch bij de tijd te blijven. Dus is er een satelliet televisie, en heeft hij een computer met modem, zodat hij het weerbericht van uur tot uur kan volgen. Maar zoals het goede nieuwe computers betaamt werkt niet alles. Gelukkig blijkt het een kleinigheid.

 

We eten in een ‘typisch Nieuw Zeelandse’ Pub, het enige restaurant in de wijde omtrek, boers, ruw, en wel leuk.

 

 

 

Zaterdag

Gaan we naar Punakaiki: de weersvoorspelling was rampzalig, storm en veel regen, maar we houden het de hele dag droog, al is er wel erg veel wind. De ‘pannenkoeken’rotsen bij Punakaiki zijn beroemd omdat ze bestaan uit dunne laagjes leisteen die op elkaar gestapeld lijken te zijn. De tussenliggende zandlagen zijn er tussen uit gesleten. Zo zijn ook grote gaten ontstaan waar de golven in omhoog komen, zgn. ´blowholes´. Als bij vloed de golf in zo´n gat kapotslaat spuit er een fontein omhoog van water en schuim en dat ziet er geweldig uit. We rijden daarna door naar Cape Foulwind, waar een grote kolonie zeehonden is. Vervolgens lunchen we heerlijk bij The Bay House, een trendy restaurantje waar mensen uren naar toe komen rijden. Leuk en lekker! Op de terugweg stoppen we nog een keer bij de blowholes van Punakaiki, en maken daarna nog een prachtige strandwandeling. Als we terugkomen in de auto voelen we de eerste spatten, en even later giet het. Maar dan zitten wij alweer droog! We overnachten bij een B&B.

image015.jpg
image007.jpg
image009.jpg
image020.jpg
image012.jpg
image022.jpg
image027.jpg
image031.jpg

© 2004-22 by Felix. Proudly created with Wix.com

bottom of page