






Verslag van de dag 5
zaterdag 24 januari
We did it again! Het mooiste plekje van Byron Beach is voor ons….. We zijn hier gisteravond tegen donker aangekomen, na een lange rit vanuit Port Stephens. Wat op de kaart van Australië maar een katzensprung lijkt, is natuurlijk een volle dag rijden, en dan nog flink doorzetten ook. We vertrokken om 10:30 uit Port Stephens, in de stromende regen dus lekker reisweer. De wegen zijn goed onderhouden, maar de snelheden variëren tussen 60 en 110 km per uur, afhankelijk van het aantal rijbanen. Dus erg opschieten doe je niet. Tegen lunchtijd leek het alsof Byron Beach nog geen meter dichterbij was gekomen, en hield ik er ernstig rekening mee, dat we nog ergens zouden gaan overnachten. Het landschap onderweg is mooi, maar zonder veel afwisseling: veel groene heuvels, bossen waarin volgens de waarschuwingsborden Koala’s leven (maar die zie je overdag natuurlijk net zo min als de herten waarvoor je op de Nederlandse wegen wel ’s gewaarschuwd wordt), en agrarische gebieden, met wijn en naarmate je noordelijker komt steeds meer suikerriet. We stopten even bij een Koala park waar we toevallig langsreden, ter hoogte van Port Maqauirie en waren pas weer om bij drieën op weg. Maar uiteindelijk werd stug doorrijden beloond, en reden we om bij achten Byron Bay binnen. Bovendien was het opgehouden met regenen, en dus zag het leven er weer zonnig uit. De meisjes toonden zich ook deze reis weer prima gezelschap. Ze houden zich op dit soort lange ritten uitstekend. Toen we aankwamen was natuurlijk wel alles al gesloten qua tourist info of makelaars. We besloten dus een motel te nemen voor de nacht, en zaterdag ochtend op zoek te gaan naar een huis voor de rest van de week –we willen hier nl. een tijdje blijven. Ondanks het feit, dat het het laatste weekend van de grote vakantie is (met Maandag Australia Day), of wellicht dankzij het feit dat het vandaag regende vonden we gemakkelijk een plek, in een mooi modern motel, Lord Byron, midden in het dorp, waar we een zeer ruim appartement betrokken. ’s Avonds ondanks de vermoeidheid nog even in het dorp gaan eten om een gevoel te krijgen voor de sfeer, en voor de ‘goede en slechte buurten’ om een huis te vinden. Het is een heel gezellig dorpje, een kruising tussen Woodstock en Bergen aan Zee. We aten eenvoudig Italiaans, werden bediend door een local zonder bra (ze had zeker haast vanochtend bij het aankleden, legde Papa zijn dochters uit), en zaten tussen allerlei gezellig overjarige types, die nog vreselijk hun best deden om net zo oud te zijn als hun dochters/zonen.
Vanochtend vroeg op, en terwijl de vrouwen ontbeten lag ik al om kwart voor negen op de stoep van de 1e makelaar en had om kwart over negen al een lijstje van zo’n 10 beschikbare huizen, van 3 verschillende makelaars in mijn zak., Ik reed ze even langs, -het was bijna allemaal in dezelfde buurt, een prachtige boulevard aan zee, met kleinschalige appartementencomplexen. Allemaal prima, en ik had eigenlijk al bijna besloten om een van deze appartementen te huren. Toch nog even het laatste adres bekeken, in een andere buurt, en dat bleek de jackpot: die buurt is minder ‘gestroomlijnd’ en heeft nog meer het authentieke karakter van het dorp. De sfeer daar beviel me meteen, en er was geen drukke verkeersweg tussen de huizen en het strand. Het appartement van de makelaar was ok, maar naar hem terugrijdend zag ik een bordje ‘vacancy’ bij een ander huis, en besloot te stoppen. En nu zit ik op een veranda, uitkijkend over de geweldige surf in een werkelijk magnifiek huis, dat verhuurd wordt door Margaret, een kleine goed uitziende vrouw van rond de vijftig.
​
Margaret is overigens een verhaal op zich. Toen ik stopte en de tuin binnenliep was er niemand bij het bordje receptie, behalve een labrador, die nog net de moeite nam om één oog open te doen, maar verder niet tot aanslaan bereid was. Vijf minuten later kwam Margaret te voorschijn, met een loszittende harde kraag om haar nek. Terwijl ze me het huis liet zien legde ze uit, dat ze een paar maanden geleden haar nek gebroken had in een auto ongeluk, maar zo langzamerhand helemaal gek werd van die kraag. Ze had mazzel gehad zoals ze wel vaker geluk bij een ongeluk had gehad: als tiener was ze met haar moeder en zus naar Sydney geëmigreerd uit Engeland. Kort daarna was ze weggelopen en helemaal verliefd was ze met een vriendje naar Byron Bay getrokken. Op de mooiste plek hadden ze daar een vissershutje op het strand gevonden, ze hadden elkaar en het leven was goed. Op haar 18e had ze haar eerste en meteen daarna haar 2e dochter gekregen. Manlief was nog niet echt aan nestelen toe, dus ging er vandoor, en daar zat ze in paradijs met twee kleine kinderen… Ze heeft haar dochters zelf opgevoed, en kon op deze mooie afgelegen plek het hoofd boven water houden, door af en toe een kamer te verhuren, en bescheiden te leven. Toen de meisjes volwassen waren nam ze ze mee naar Europa, om daar iets van het echte leven te zien. Langzaamaan kreeg ze weer tijd voor zichzelf, en rond haar veertigste waren de kinderen volwassen, en kwam er een 2e man. Naast het huis waarin de kinderen groot geworden waren hebben ze toen met liefde en aandacht een mooi nieuw huis gebouwd, dat ze met hem zou hebben betrokken. En toen het af was kwam hij er achter, dat hij meer van jongetjes houdt dan van meisjes, dus bleef ze weer alleen achter en in het eerste huis. Maar gewend om voor zichzelf te zorgen is ze, dus is dit huis nu in de verhuur, en –locatie, locatie, locatie- een gemakkelijk te exploiteren idylle.
Overigens moest ik vanochtend erg aan Karl denken (wijlen mijn vader, voor de minder geïnformeerde lezers) die altijd thuis kwam van een wandeling met mooie verhalen van steeds nieuwe mensen die hij op de raarste plekken in zijn hart had gesloten. Toen ik moest wachten omdat de makelaars nog niet open waren, ging ik even bij de buren –een ‘Konditorei’- een croissant en een cappuccino halen als ontbijt, en voordat ik dat achter de kiezen had, wist ik alles over Byron Bay. Andrea en Ida waren 15 jaar geleden uit Duitsland geëmigreerd, hadden veel succes met hun Europese lekkernijen en tarot en handlezen, de makelaar ernaast was best aardig en goed, maar Hooker was te duur, en ze verkochten geen kaartjes voor het nieuwe parkeersysteem (BB is net zo streng als Amsterdam!) want daar konden ze niet achter staan, en ze misten de kou en het slechte weer van Europa. En toen ik drie makelaarsbezoeken later in de auto wou stappen was ik inderdaad mijn autosleutels kwijt. Ja Karl, ze lagen bij de eerste makelaar
​
Diezelfde middag
​
Wat een geweldige zee! Wat een fantastische surf! En wat doen kwallenbeten pijn! Nadat ik de meisjes uit het motel had opgehaald, die daar lekker in het zwembad lagen (vergezeld door een kikker die ze en passant nog even van de chloorvergiftiging gered hebben) waren we snel op ons gemak in ons nieuwe huis.
​
We gingen dus meteen even heerlijk genieten van de zee, surfborden mee, en Miriam en ik lagen in 2 tellen in de branding. Tamar en Yolanda kwamen wat rustiger achter ons aan, en toen ik hand in hand met Tamar de zee ten tweede male inliep was het meteen raak: eerst langs mijn been, daarna langs haar been: AU! Wat doet dat venijnig pijn! Tamar herinnerde zich de verhalen over dodelijk giftige kwallen, en schrok zich dus helemaal een hoedje. Gelukkig voor ons waren dit maar ‘onschuldige’ blue bottle kwallen -die giftige heb je alleen in Noord Australië- maar blue bottles zijn pijnlijk genoeg! We zijn op het terras door Yolanda behandeld met ijs, azijn en Aloë Vera, en na twee uur was de pijn weer weg. Op onze benen bleven flinke striemen achter, alsof we een zweepslag gehad hadden. Die Aloë Vera is trouwens een cactus, en groeit hier in het wild. Cath kwam er mee aanzetten, je breekt het blad open, en de pulp heeft een verzachtende werking. Leuk om met zo’n natuurproduct te genezen.
Zondag 25 januari
Deze hele week zullen we hier in Byron Bay zijn, en we zitten heerlijk in ons strandhuisje.
Er is vandaag markt in Bangalow, een net van de kust af gelegen plaatsje vlakbij. De laatste zondag van de maand zijn daar de boeren en rondtrekkende marktkooplui bij elkaar, veel hippies, veel organisch. We gaan er op af, en genieten van de bonte kleuren, en een keur aan biologische groentes, honing, zelfgemaakt eten, en allerlei huisvlijt. Wel is het heet, erg heet. Er staat een mini reuzeradje nog kleiner dan we in Amsterdam hebben, er is kleding, helende stenen, mooie mineralen worden verkocht door een hartelijke Nederlander die 50 jaar geleden naar Australië is geëmigreerd en nog prima Nederlands spreekt. We komen even in de verleiding een bankstel te kopen van prachtig hout, waar de standhouder bij heeft gezet, dat hij ‘waar ook ter wereld’ kan bezorgen. We laten het toch maar staan. Er is een geweldige marskramer/kwakzalver die op klassieke wijze een zalfje aansmeert dat mannen van alle problemen af zal helpen, en vrouwen ook als die meer interesse tonen. En Miriam en Tamar zien hun kans schoon: de viool en de dansschoentjes zijn mee, en na een eerste oriënterend rondje over de markt help ik ze een plekje vinden met schaduw en wind en toch in de loop. Miriam speelt haar mooie concert van Reading en ‘Aan de Amsterdamse grachten’ en Tamar danst er bij, en binnen no time hebben ze –druipend van het zweet- Aus$ 42 bij elkaar gesprokkeld. Ze besluiten dat de helft naar goede doelen gaat. Ze zijn niet de enige kinderen die optreden: er is een slangenmeisje van een jaar of 8, dat haar hoofd achterwaarts tussen haar benen kan steken, en een jongetje van 10 speelt gitaar.
’s Middags durven we het wel weer aan om te gaan zwemmen: we kijken goed op het strand, en er liggen geen aangespoelde kwalletjes. ‘Daar moet je op letten’ is ons inmiddels meermalen verteld, ‘en niet zwemmen bij sterke noordoostelijke wind…’ Tja, als je de tell tales kent is het gemakkelijk. De zee is heerlijk, met een mooie golf en lekker warm water.
Later op de dag maken we per e-mail contact met Mariana Vermeend, een vriendin van Sybolt en Lilan, die hier woont. Met Sabine en Esta, andere bekenden, mislukt het contact, omdat het mailadres bouncet.
We hebben een geweldige biologieles! We zien het strand na een golf vol met schelpen liggen. Even kijken we een andere kant op, en het strand is leeg…. Hebben we ons vergist? Nog ’s kijken. De golf, het strand vol schelpen, 10 tellen wachten, weg schelpen…. En nu zien we wat er gebeurt: door de golf spoelt er wat zand weg, en komen de schelpen boven het zand uit. Dan kantelen die zich, spuiten water uit hun schelp in het zand, waardoor ze er weer in wegzakken, en verdwijnen onder de oppervlakte. Maar als je beter kijkt, zie je overal nog kleine gaatjes in het strand, waardoorheen hun mondjes steken. Dus dat dode zand zit stikvol leven! Het zijn peepees (pipi’s) of in Italië Cozze. Je kunt de beestjes dus ook gemakkelijk levend uit het zand halen, dan steekt het diertje nog uit de licht geopende schelp, maar als je probeert de schelp verder te openen, dan zul je toch een breekijzer mee moeten brengen, want dan trekt hij de spier dicht, en een knappe krachtpatser die hem dan nog opent..
Maandag
is het Australia Day, een dag waarop Aussies zich verenigen in een trots gevoel. We merken er niet vreselijk veel van. We zijn nu een paar dagen in Byron Bay, en volledig into the Aussie life style. ’s Ochtends rollen we uit ons bed om 8 uur de zee in, daarna maken we een tochtje/wandeling. Dan rond de lunch zijn we thuis en doen wat huiswerk en laat op de middag weer een duik… What a life! Bij een van onze strandwandelingen ontmoeten we een Hollands meisje met een buik van 7 maanden, die hier woont. En als we onze verbazing uitspreken, dat onze zoektocht naar een surfpak voor Tamar nog steeds onsuccesvol is, blijkt zij te hebben gewerkt bij de importeur, die deze pakken door heel Australië levert, en die hier in Byron Bay op het industrieterrein zit… We gaan er morgen even langs.
We zwemmen wat, en doen wat schoolwerk.
Dinsdagochtend
gaan we naar onze surfpakkenimporteur. Het is een bedrijfje dat alles heeft voor snorkelen en duiken, dus we gaan er weg met surfpakken voor Tamar en de beide ouders, en vinnen voor Miriam en mij. De familie ziet er heel cool uit, met onze strakke pakken! Het industrieterreintje is aardig, er zitten veel artistiekerige bedrijfjes, en een aantal winkels voor de locals, die aanmerkelijk minder duur zijn dan High Street Byron Bay.
´s Middags komt Mariana, met haar dochtertje Vaneera bij ons langs. Mariana is fotografe, met onderwater als specialiteit, die veel over de wereld gereisd heeft. Ze is zeilster, duikster, maakt hele grote muur´schilderingen´ van foto-collages, heeft prachtige tatoeages over een groot deel van haar lichaam, en een prachtig dochtertje uit een huwelijk met een Polynesiër op Tahiti. Nadat die verbintenis was misgelopen is ze hier in Byron Bay neergestreken, en gebruikt dit als uitvalsbasis voor haar werk. Ze is nu bezig met de voorbereiding van een filmscript, dat hopelijk leidt tot een full length onderwaterfilm voor kinderen en volwassenen. Later op de middag komt ook Anthony, haar partner, er bij. Hij is een jonge CD-producent, en heeft zijn bedrijf ook op hetzelfde industrieterrein. Maar nu bouwt hij met de drie kinderen een zandkasteel, en zoals we thuis gewend zijn gooi ik wat extra water bij de pasta-saus, en snijd de kip wat dunner en blijft iedereen gezellig eten. Het is een vrolijke avond.
Woensdag
is surfdag! Miriam mag op surfles, Tamar nog niet want minimum age is eigenlijk 10. Ik zet haar af bij de surfschool, begeleidt haar nog even tot aan het strand, en laat haar dan achter in de betrouwbare handen van de surfleraar. Voor aanvang kijkt ze nog even benauwd, want ‘zal ik de uitleg in het Engels wel begrijpen’ en ‘ik ben het enige kind’, maar zodra ze het water in mag, is de nervositeit over, en heeft ze alleen nog maar oog voor de golven. En zoals met al dit soort atletische/evenwicht activiteiten komt Miriam thuis met een grijns van oor tot oor, en de hoogste lof van de leraar. ‘She’s a natural….’ En dat hoef je niet te geloven van een jiddische vader, er zijn foto’s als bewijs. De school had voor het klasje van 9 twee leraren, hetgeen natuurlijk betekende dat 8 leerlingen één leraar deelden, en mejuffrouw M. een privé-les kreeg… En vanaf het eerste begin gewoon op het board bleef staan tot aan het strand.
’s Avonds nodigen we spontaan Margaret te eten. Die is daar best blij mee,want ze heeft haar dochter en kleinzoon, die de afgelopen 9 maanden bij haar waren, net op het vliegtuig gezet naar de Verenigde Staten, waar ze herenigd zullen worden met de Amerikaanse vader, die de afgelopen maanden in Irak heeft gevochten.
Ze hoopt het gastenverblijf, waarin wij nu zitten te verkopen, zodat ze over wat geld beschikt om haar dochters een beetje te paard te helpen (prachtplek! voor meer informatie uw directiemakelaar….).
We bellen met Oma Loesje, en horen dat Oma Marijke gevallen is, en haar heup heeft gebroken. Niet zo best. We bellen met Opa Karel, en horen, dat ze later vandaag onder het mes gaat, met lokale verdoving.
’s Nachts stormt en bliksemt het behoorlijk. De hele week is het al zo, dat er aan het eind van de dag een flinke bui naar beneden komt, da’s normaal in deze tijd van het jaar, en ook zeer welkome verkoeling, maar dit is andere koek.
Donderdag
kunnen we bij ons voor de deur niet zwemmen: het hele strand ligt vol aangespoeld zeewier. We doen wat huiswerk, bekijken de informatie over onze volgende bestemming, het Barrier Reef, en daarna zoeken we Mariana en Vaneera op. Ze wonen een stukje naar het binnenland, in een eenvoudig huisje met schitterend uitzicht over een vallei. Tikkie afgelegen, maar prachtig. We brengen de middag er door. En na terugkomst borrelen we bij Margaret, met de dokter die haar nek heeft rechtgezet, en zijn vader. We hebben het maar druk! Onderweg heb ik vanuit de auto ons verblijf op het Barrier Reef geregeld, wat een beetje lastig was omdat de dekking van de mobiele telefoon in het binnenland steeds wegviel, maar uiteindelijk hebben we elkaar aan de lijn gehad en is alles rond: we gaan naar Heron Island, voor de kust van Gladstone.
De operatie van Oma Marijke is gelukkig goed verlopen, en ze is volgens Opa monter, dus dat is fijn voor haar en hem, en een geruststelling voor ons.
Vrijdag
is alweer onze laatste dag in dit mooie oord. We besluiten –omdat ons strand nog steeds vol wier ligt- een mooie wandeling bij het Lighthouse te gaan maken, en zoeken dan het strand op, waar Miriam haar surfles had gehad, in de hoop van iemand even een board te mogen lenen. En ja hoor, haar leraar is er, en er is een board over, dus ze mag gewoon meedoen. En kan aan de rest van de familie haar kunsten vertonen. Als uitsmijter pakt de leraar nog even een groot board, en doet een tandem-surf met haar. In prachtige balans rijden ze samen een golf. Heerlijk om te zien!
Die avond gaan we uit eten in het dorp, bij Earth & Sea, waar ze mooie pizza’s maken, en dan niet al te laat naar bed, want morgen moeten we om half zes op.
​
​
​
​
​
​
​
​
​




