



Verslag van de dag 3
​
Dinsdag 20/1
Ik zit op het terras van het Lilianfels Hotel in Katoomba, Blue Mountains en het wordt tijd om de afgelopen dagen even te beschrijven. De Blue Mountains is een ca. 1000 meter hoge bergrug, zo’n 90 minuten pal west van Sydney (spreek uit Sinnie) en hier zijn we eergisteravond neergestreken.
Sydney 11/1
De vorige zondag (de 11e dus) zijn we aangekomen in Sydney, na een zeer comfortabele vlucht met Singapore Airlines van ca. 7 uur vanaf Singapore, plus 3 uur tijdsverschil. Net te kort dus om echt genoeg te hebben geslapen, en we tollen om 8:30 ’s ochtends over het vliegveld van Sydney. Daar begint het een beetje amateuristisch, want er zijn geen bagagekarretjes. Terwijl de koffers er al lang zijn, moet een grote groep mensen een klein uur wachten op het bij elkaar harken van de karretjes. Ondertussen loopt een alleraardigste kleine Beagle aan al onze koffers te snuffelen of we niet stiekem voedsel importeren. Maar hij doet zijn werk op z’n Australisch (relaxed dus) want de chocola en chips die in onze koffers zaten blijven onopgemerkt…. J. G’dnye Mate! Hadden we vermoed hoe lang het zou duren dan waren we natuurlijk gewoon gaan sjouwen… Eenmaal buiten staat Tessa Hook op ons te wachten. Zij en haar echtgenoot Peter zijn vrienden van Yolanda uit hun dagen in Cambridge, en zullen ons de komende dagen gastvrijheid verlenen. We hadden in het vliegtuig gewed of zij er op gerekend zouden hebben, dat er niet alleen 4 mensen maar ook een niet onaanzienlijke hoeveelheid bagage in hun auto moet, en zij winnen natuurlijk. Peter is met de 2e auto onder handbereik, en om ongeveer 10:30 uur zijn we allemaal in hun huis in Woolwich. Een mooi vrijstaand huis met tuin, waar de kinderen in de werkkamer van Peter slapen, en wij in de logeerkamer. Het huis is geheel begane grond, en heeft een heerlijke sfeer. Entree via de garage voert naar een grote keuken, die eigenlijk de leefkamer is, een gang met aan weerszijden slaap- en werkkamers, en aan het andere eind van die gang de woonkamer, en de voordeur. Peter en Tessa werken samen in een zelfstandige medische praktijk: hij is kaakchirurg, zij is verpleegster, maar sinds ze in Australië zijn neergestreken runt zij de praktijk. Ze zijn een jaar of 10 geleden naar Australië geëmigreerd, waar Peter’s wortels liggen. Tessa was aarzelend over deze verhuizing uit Engeland naar het andere end van de wereld, maar voelt zich er nu goed.
Om ons over de vermoeidheid heen te helpen nodigen ze ons meteen uit voor een picknick in een park aan het water, met de familie van Peter: broer Jim met partner Jocelyn, en zus Jo met echtgenoot Patrick plus kinderen Louis en Rosie, en de grootouders Matt en Alice.
Zo’n picknick is een typisch Aussie gebruik, al is het meestal een Barbie (BBQ). Maar in verband met het gevaar van bush fires zijn Barbies sinds een paar weken strikt verboden.
We genieten van een relaxte middag en maken kennis met onze eerste all-Aussies. Alleraardigst. Opa is een oude bushwalker, en legt veel uit over de natuur die we zien: tea tree, bottle brush, Eucalyptus, etc. Een leuke introductie in de Australische natuur. En daarnaast is hij stokdoof, wat regelmatig tot gezellige misverstanden leidt. Aan het eind van de middag worden we meegevraagd door Jocelyn om in haar huis nog even te gaan zwemmen. Een betere manier om wakker te blijven is er niet!
Ze woont in een omgebouwde fabriek, de oude gebouwen van Colgate Palmolive in Balmain, die een paar jaar geleden een nieuw leven hebben gekregen als appartementen complex, met een zwembad op het dak. Net als in Londen, New York, en Amsterdam zijn oude industriële wijken nu zeer in trek als moderne woongebieden.’s Avonds eten we nog een kleinigheid en gaan niet al te laat naar bed.
​
Maandag 12/1
op avontuur in Sydney! We nemen de ferry naar het centrum. In Sydney is het vervoer te water zeer goed ontwikkeld. Er zijn diverse lijnen naar verschillende buitenwijken. Balmain met haar herontwikkelde industriële erfgoed is zo’n wijk, over water vlak bij het stadscentrum. Woolwich is meer een mooi suburb, met traditionele 1-gezinswoningen in de engelse stijl. Met de ferry sta je in 20 minuten midden in de stad. Men neemt de fast ferry om naar het stadshart te komen. Een voorbeeld voor wat er op het IJ mogelijk wordt, als zo meteen de Houthavens, Noord en IJburg allemaal bewoond zijn, en het gebied achter het CS klaar is. Als we aankomen op Circular Quay brengen we eerst een bezoek aan The Rocks. Een gebied waar de vroege settlers woonden, kleine huisjes die 20 jaar geleden bijna gesneuveld waren ten gunste van grootschalige nieuwbouw. Dankzij protest van buurtbewoners is het gebied herontwikkeld tot toeristisch centrum, met behoud van de oorspronkelijke architectuur, en informatie over de historie. We wandelen wat rond, lunchen een kleinigheid, en komen langs een opaal-winkel. We gaan even naar binnen, om te kijken of we iets kunnen vinden voor Miriam’s stenencollectie. Miriam heeft in Thailand nl. een beetje te lang gewacht om haar reisgeld uit te geven, en is uiteindelijk zonder goed souvenir vertrokken, en dat risico wil ze geen 2e keer nemen (de kinderen krijgen elk wat reisgeld, om in ieder land zelf iets te kunnen kopen, als aandenken aan dat land). De dame in de winkel geeft allervriendelijkst uitleg, ook al heeft ze al snel in de gaten, dat Miriam geen kandidaat is voor de grote glimmers van boven de Aus$ 10.000. Opaal is één van Australiës specialiteiten. Het wordt gevonden op diverse plekken in de Outback, in kleine hoeveelheden, en onder zware omstandigheden. Daarom zijn ook kleine stenen vrij duur. Hoe meer ‘leven’ er in een steen zit, hoe gewilder. Na ruim een half uur uitleg vertrekken we weer, maar we komen terug!
Vervolgens lopen we naar het Sydney Opera House, een van ’s werelds beroemdste voorbeelden van moderne architectuur. Een spectaculair gebouw, dat tussen 1957 en ’73 gebouwd werd (heel in ’t kort: de Deen Jorn Utzon was omstreden winnaar van een internationale competitie om een operagebouw te ontwerpen, dat in 5 jaar voor Aus$ 7 mln moest worden gebouwd. 16 jaar en meer dan Aus$ 100 mln later staat het gebouw er en is het één van de architectuur iconen van de 20ste eeuw, het symbool van Sydney, zoals de Eifeltoren het symbool van Parijs is. Maar Utzon is dan al lang met knallende deuren vertrokken, en terug gekeerd naar Denemarken).
Aansluitend gaan we naar de AMP-toren, een uitkijkplek over Sydney, met eerst een soort ‘Experience’-show, die een aardige indruk van het land geeft. In de toren vergeet Tamar haar zonnebril en ik vervolgens mijn hoed, maar beide worden weer teruggevonden. De toren geeft een fantastisch vergezicht boven de stad. Je ziet de hele haven, het Opera House, en die andere landmark, de Harbour Bridge. Die heeft zich ontwikkeld tot een heel aparte toeristische attractie: mensen lopen in groepjes van 10, begeleid door een gids en aan elkaar gezekerd over de bogen van de brug naar de overkant, ‘boven-over’. En dat doen niet 2 gekken, of 10, maar massaal alle bezoekers aan Sydney. Nou ja, bijna alle bezoekers. Wij niet. Want aangezien er een minimum leeftijd van 12 jaar is hoeven we niet…
​
Dinsdag 13
besluiten we een rustige huiswerkdag te nemen. De meisjes werken braaf de hele dag, en pas ’s middags laat komen we in beweging. We hebben met Peter en Tessa afgesproken ze uit eten te nemen, en ze pikken ons op bij de Ferry, om gezamenlijk naar Balmoral Beach te rijden. Balmoral is een suburb aan de noordoever en ligt heerlijk beschut in de baai. We eten in het Waterfront restaurant, een chic modern restaurant, dat bewijst dat er in de Australische cuisine een hoop veranderd is sinds de laatste keer dat ik hier was (bijna 25 jaar geleden, en toegegeven ook wel met een ander budget). De keren, dat we toen uit eten gingen was de Aussie variant op de Engelse Pub een soort indoor BBQ, waar je je vlees kocht bij de counter, en het vervolgens zelf of de grill legde. Nu zitten we in een mooi vormgegeven restaurant, met linnen op tafel, en een fusion keuken, zoals je die in Sydney, New York, Londen of Parijs zou kunnen eten. Of Amsterdam natuurlijk. Het eten is goed, de bediening een beetje blasé, ook dat zou Amsterdam kunnen zijn…
Wat we aten? Een voorafje van Dim Sum, resp. een Pasta taartje, en een vissoep daarna voor Yolanda lamsvlees, voor mij een Merlin, een hele smakelijke tonijnsoort, en Peter en Tessa delen een blackened Tuna, tonijn in een zwart jasje. Allemaal smakelijk geserveerd, en op mooie bordjes opgemaakt. We drinken een prima wit. Daar kan ik trouwens kort over zijn: we drinken vrijwel dagelijks prima wit, en af en toe prima rood. Alles uit Australië, niet duur, en kan iedere vergelijking met middenmoters uit Europa probleemloos aan.
Op weg naar huis worden we getroffen door een flinke regenbui, die alle Aussies zeer welkom is, want het is het eerste water in vele maanden.
De volgende ochtend zijn we weer in Balmoral, en dit keer met Peter, Tessa, Jo, Rosie en Louis om te zwemmen. Het is weliswaar een beetje fris na de bui, maar de kinderen liggen al snel in het water, en ik dus ook. De woensdag is voor medici de dag dat er meestal geen praktijk gedaan wordt. Tessa vertelt me, dat het werk ethos downunder wel veranderd is, er wordt harder gewerkt dan 20 jaar geleden, maar toch nog verre van de stress in Europa of de States. Medici maken een 40 uurs week, en doen dat dan vaak in 4 dagen, vandaar dat we nu samen op de beach kunnen zitten.
’s Middags gaan we de stad weer in, en vinden voor Miriam een prachtig allover zwempak, dat haar goed gaat beschermen tegen de zon en de kwallen. Voor Tamar moeten we nog even doorzoeken. Allemaal worden we voorzien van snorkels. De vinnen zullen we bij het Barrier Reef wel huren. Aansluitend nemen we een voorproefje op dat Reef, want we gaan naar het Aquarium. Sydney Aquarium is een van de grote attracties, een jaar of 10 geleden gevestigd in Darling Harbour, een gebied met veel publiekstrekkers. Het is een mooi aquarium, met een ‘tunnel’ zoals de grote aquaria tegenwoordig hebben, en een paar metershoge bakken. Wij zijn een tikkie verwend/ blasé, nadat we zowel in Londen, Barcelona als Burger’s Zoo al een dergelijke aanpak gezien hebben. Maar het blijft natuurlijk een fascinerende vernieuwing, om de vissen ‘vrij’ te laten en de mensen droog tussen hen door te laten lopen.
We eten thuis, en Tessa bakt lamsworstjes, en voor wie dat wil (ik dus!) een kangaroe steak. Het vlees is heerlijk mals en sterk van smaak, hangt ergens tussen lam en rund in, vrij van pezen of vet, en –naar verluidt- weinig cholesterol. Kortom heel lekker. De kinderen gruwen van het idee, maar als ik smakelijk zit te smullen komt Tamar over de streep, en probeert een hapje, ze is zo sportief om het erg lekker te vinden. Vervolgens is er veel jolijt en dans….
Donderdag 15
is al weer onze laatste dag in Sydney. We maken even wat huiswerk in het Marriott, waar ook een draadloze internet verbinding beschikbaar is. Tamar mailt vanuit een internet-cafe met Ans. Daarna wandelen we nog wat rond in The Rocks, en gaan loyaal terug naar het eerste opaalwinkeltje, waar Miriam alsnog een investering van Aus$ 10,-- in een steentje doet. Vervolgens halen we de auto op, en rijden naar huis, waar we ten afscheid een Indiase maaltijd eten. Peter geeft me enige uitleg over de Blue Mountains, en de volgende ochtend vertrekken we naar Canberra, waar we zullen logeren bij de familie Reeve, ook vrienden van Yolanda uit Cambridge. Na het bezoek aan Canberra zullen we driekwart van die weg weer terug rijden, om uiteindelijk links af te slaan naar de bergen.



