


Verslag van de dag 10
​
Als we zondagochtend 29 vroeg vertrekken regent het nog steeds, en geef ik blijk van een genetische verwantschap aan mijn vader: ik maak bij het wegrijden vanuit het appartement een kleine stuurfout, neem de bocht te kort en rijdt pardoes de tuin in, in plaats van de oprit. Alistair’s quad (een klein soort tractor voor de tuin) moet er aan te pas komen om ons weer op het pad te trekken!
Die genetische verwantschap slaat op een actie die Karl ooit ondernam: toen ik een kind was namen we altijd de autotrein van&naar Italië. In Milaan stoof Karl een keer met de van hem bekende snelheid in volle vaart het perron op om de auto op de wagon te zetten, maar voor de verandering waren we ’s een keertje vroeg. En was de wagon er nog niet….. Dat kreeg hij vlak voor het randje in de gaten, ging met de eveneens van hem bekende bliksemsnelle reactie vol op de rem, schoot toch door en zo hingen wij vervolgens met twee wielen over de rand, balancerend op het chassis van de Volvo, boven de afgrond. Daar moesten toen een stuk of 8 sterke Italianen op het spoor hun spierballen laten rollen om ons weer terug te duwen J.
We rijden via de Lewis pas naar Hanmer Springs, in de bergen richting Christchurch. Daar zijn warmwaterbronnen, en we hebben met de Bougens afgesproken ze daar te ontmoeten. Rond 1 uur zitten we allemaal lekker in het warme water, het is inmiddels prima weer, en de meisjes hebben veel plezier met hun vriendinnen en Alex op de grote hoge glijbaan. Tot Tamar op een moment in tranen bij ons komt: ze is haar oorbelletje kwijt, een heel klein stekertje. Jammer. Even later lopen Miriam en ik langs het bad waarin de glijbaan uitmondt en zeg ik ‘je zou even kunnen kijken met je zwembril, weinig kans maar je weet nooit’. Miriam is natuurlijk meteen ‘in’, en snorkelt even later rond, waarbij ze wel heel erg moet uitkijken voor de naar beneden suizende mensen. Maar bingo! Ze vindt iets…. De achterkant van het stekertje, jammer de verkeerde helft. Meer vindt ze niet, maar andere kinderen die haar zien zoeken gaan mee zoeken en het bad komt vol duikers. De badmeester die dit een tijdje welwillend heeft gadegeslagen, besluit dat het te gevaarlijk wordt om daar langer rond te dobberen, en stuurt hen weg. Maar als hij hoort wat er aan de hand is zegt hij: OK, dan zet ik de glijbaan wel even stil. En even later mogen de familie Bougen en de familie Guttmann op treasure hunt, en opnieuw bingo, binnen 3 minuten heeft Alex het stekertje boven water! Moraal van het verhaal: nooit te snel opgeven. Versaagt nooit!
Op de terugweg stoppen we nog even in een oude herberg, waar vroeger de paarden gewisseld werden. ’s Avonds nemen we de Bougens mee uit eten in Christchurch, pizza. Ian heeft nogal last van zijn oor. Desalniettemin is het erg gezellig.
Maandag blijft Ian ziek thuis. Aislinn gaat op schoolreisje en Kathy gaat mee als begeleidster. Ze zullen woensdagmiddag terug zijn. Het is mooi weer, en we rijden naar Akaroa, een plaatsje in een baai vlak onder Christchurch. De baai is de resultante van een zeer grote vulkaan waar lang geleden een zijwand van is weggeslagen. Akaroa is een stadje waar eind 19e eeuw een Fransoos is neergestreken. Die had het zo naar zijn zin, dat hij vele landgenoten heeft overgehaald naar hem toe te komen. En zo is het een klein Frans stadje geworden, erg sfeervol, en prachtig gelegen aan het water. In de beschutting van de baai wonen dolfijnen, en dat is onze hoofdreden om hier naar toe te gaan. Je kunt hier met wilde dolfijnen zwemmen. We gaan met zo’n 15 mensen scheep, nadat we eerst wetsuits aan hebben gekregen – de kinderen zelfs dubbele wetsuits!- want het water is erg koud. De zon schijnt maar er is wel wat wind, waardoor er ook wat golven zijn. Maar vrij snel hebben we beet: er komt een kudde van zo’n 10 dolfijnen (Hector’s, de kleinste soort) spelen. We gaan te water, en overal om ons heen duiken de ranke lijven van de dolfijnen op! Ze springen, scheren rakelings langs je, maken geluiden en het is duidelijk voor hen net zo’n leuk spel als voor ons. Voordat we te water gingen hebben we instructie gekregen, dat we de dolfijnen niet mogen aanraken, maar niemand heeft aan hen verteld dat zij geen mensen mogen aanraken…
Ondanks de kou kunnen de meisjes er geen genoeg van krijgen. Ze hebben een drijfplankje om iets makkelijker in het water te liggen, en blijven spelen als wij al lang weer aan de warme chocola aan boord zijn.
Op de terugweg wisselen de meisjes hun enthousiaste ervaringen uit met een vrouw aan boord, en we komen in gesprek. Tamar nodigt haar uit om samen te eten, wat ons allemaal een prima idee lijkt.
We lopen langs de boulevard en komen terecht in ‘71’, een restaurant met een ‘Award Winning Chef’ waar een jong Nederlands meisje ons bedient. Zij is ook op een grote reis, en moet nu weer even een paar maanden werken om het vervolg te kunnen betalen.
Aileen is een gezellig mens. Ze komt uit de omgeving van Edinborough, en overweegt naar Nieuw Zeeland te emigreren. Ze is onze leeftijd, maar heeft al volwassen kinderen. Heel jong getrouwd, 2 kinderen voor haar 20ste, en op de boerderij gewoond, had haar aan depressies lijdende man haar een paar jaar geleden van de ene dag op de andere verlaten. Nadat ze de schok verwerkt had, besloot ze dat ze de keus had tussen haar leven als ‘voorbij’ te beschouwen, of er gewoon iets van te gaan maken. En de daad bij het woord voegend is ze gaan studeren voor verpleegster samen met haar dochter, is in het ziekenhuis aan het werk gegaan, en maakt verre reizen. En met haar kwalificaties wil het ziekenhuis van Christchurch haar graag hebben, dus wie weet…. Kortom een ander voorbeeld van ‘Versaagt nooit!’ Leuk mens. We nemen afscheid, de rit terug is in het donker en inmiddels regent het, en we komen laat ’s avonds thuis.
Dinsdag
Regent het hard. We zijn niet al te vroeg op na het latertje van gisteren, Ian is nog steeds thuis. We maken schoolwerk. Rond lunchtijd belt de school: het schoolreisje wordt i.v.m. het slechte weer afgebroken en Kathy en Aislinn zullen over een paar uur thuis zijn. Het hele kamp blijkt ’s nachts behoorlijk te zijn weggeregend, en de grote wandeling die voor vandaag op het programma stond was gewoon niet haalbaar. Jammer. ’s Avonds ontmoeten we de ouders van Ian, en eten met zijn allen. Ik bezoek nog even een oorarts in verband met een oorontsteking die al enige weken niet over wil gaan, hij geeft me wat medicijnen waarmee het binnen 3 dagen over zal zijn.
Woensdag gaan de meisjes met Alex naar school. Heel leuk voor ze. Natuurlijk is het voor Alex heel stoer om een paar buitenlandse meisjes rond te leiden in zijn klas. We vragen ze na thuiskomst wat ze als belangrijkste verschillen is opgevallen. Hier hebben de kinderen een schooluniform aan, en de lessen zijn vrij klassikaal. Ze vinden dat de kinderen hier wat meer sport krijgen maar minder leren. Het was ons qua sport al opgevallen hoe geweldig de faciliteiten van de scholen zijn: grote grasvelden, sportapparaten in de open lucht, eigen zwembad, dat zijn standaard voorzieningen bij de scholen hier.
’s Avonds koken wij Kip in ’t Zout. Lekker. Voor wie het niet kent: zet de oven op 220 °C of hoger. Bedek de bodem van een braadslee volledig met (zee)zout. Wrijf een schoongemaakte kip in met een mengsel van knoflook, Italiaanse kruiden en olijfolie, giet de overblijvende olie in zijn binnenste, stop daar ook wat schijfjes citroen in. Leg de kip op het zout en begraaf hem vervolgens helemaal onder het zout, je gebruikt minstens een kilo. Vervolgens schuif je ‘m de oven in, en laat –afhankelijk van de maat kip- ¾ tot 1 uur gaan. Als je ‘m er dan uithaalt, is het zout een korst geworden, die je er gemakkelijk af kan tikken –nadat je natuurlijk eerst je gasten verbaasd oh en ah hebt laten roepen-, en is de kip verrukkelijk sappig, want al het vocht is in het beest opgesloten gebleven. Oftewel, eenvoudig, weinig werk, kan niet mislukken, en redelijk spectaculair. Serveer met zucchini, gemengde sla en pasta of couscous/tabouleh. Ik had gekozen voor tabouleh, en iedereen vond het erg lekker, inclusief de diverse kinderen.
Donderdag is een lekkere schooldag. Het is voor de verandering prima weer. We hebben besloten om het noorden van het Zuid Eiland over te slaan, in verband met het zeer matige weer. Dit is weliswaar een prachtig natuurgebied met schitterend strand en baaien, maar we hebben er geen fiducie in, dat we daar zullen kunnen zwemmen of op zee kayakken. We gaan morgen per vliegtuig naar het Noord Eiland, en hebben besloten dan eerst naar Rotorua te gaan.
Er wordt nog even flink gedanst op Michael Jackson’s muziek, de meisjes springen trampoline en we gaan na het eten nog met Ian naar het nieuwe huis, dat behoorlijk opschiet. Dat moet ook wel, want ze moeten er over 2 maanden in.
​


