
Verslag van de dag 2
​
4/1
Het is de vroege avond als we, na een verfrissende duik in het zwembad, de Petits opzoeken. Zij zitten in een leuk hotel vlakbij de rivier, Hotel Royal. Een mooi oud hotel, met een prachtige brede trap en een hele levendige lobby. Vroeger een hotel-paleisje met veel grandeur, nu een beetje herunter gekommen, en voornamelijk bevolkt door NGO-medewerkers en andere lange-termijn reizigers (NGO= non governmental organisation, zoals Artsen zonder Grenzen, Foster Parents, Greenpeace en dergelijke). Leuke sfeer! Ook Milan, Isabel en Ruben zitten nog midden in de jetlag, en komen nu –aan het einde van de dag- pas goed op gang. We lopen door de oude backpackers buurt, en gaan daar ook eten in een groot hotel/restaurant, met een ruime veranda. Het eten zelf is niks bijzonders, mix tussen wat wij westerlingen de laatste jaren lekker bleken te vinden en zeer spicy ongeraffineerd Thais, maar de avond met Jan en Marina is reuze gezellig. We zijn allen vol van het avontuur waar we onze respectievelijke gezinnen in gestort hebben, en wisselen wat eerste ervaringen uit. De kinderen verdwijnen, zoals goede moderne reizigers betaamt, halverwege de avond naar de computer. Dat kan in het zelfde restaurant, want een beetje backpackersrestaurant is tegenwoordig ook een internetcafé, en Isabel chat met haar klasgenootjes…. Rond elf uur zijn we terug in het hotel, en gaan naar bed.
5/1
Hoewel de jetlag best meevalt zijn we laat op gang. We gaan naar het huis van Jim Thompson, de Amerikaan die na de 2e wereldoorlog de Thaise zijde-industrie nieuw leven heeft ingeblazen. Hij bleef na de oorlog in Azie hangen, bouwde een groot bedrijf op, richtte een schitterend traditioneel huis voor zichzelf in, en verdween spoorloos en zonder directe erfgenamen op vakantie in Maleisie in ’67. Zijn huis is nu als museum een voorbeeld van Thaise kunst en cultuur, een prachtig complex. Hij had diverse traditionele huizen naar zijn terrein laten overbrengen, Thaise huizen werden zonder spijkers te gebruiken in elkaar gezet, en waren dus gemakkelijk te demonteren. Hoewel dit één van de bekendere attracties van Bangkok is, is het nog niet zo gemakkelijk om er te komen, want de taxi-chauffeuse valt in voor haar zieke man, en kent de stad niet zo best…. Ze zet ons dan ook op de verkeerde plek uit de auto, met een aanwijzing dat we aan de overkant van een drukke verkeersweg moeten zijn, maar dat ze geen U-turn mag maken, en wij dus zelf maar even moeten oversteken. Met doodsverachting negeren wij 2x4 banen aanstormend verkeer, om er dan achter te komen dat ze ons de verkeerde kant op heeft gestuurd. Ook de 2e keer gaat het goed.
Aan de lunch vragen de kinderen alletwee of we alsjeblieft ’s middags aan het schoolwerk kunnen beginnen, want ze hebben er zin in om van ons les te krijgen! Nou, met alle plezier!
Na terugkomst in het hotel voegen we de daad bij het woord, en gaan er een uur of drie hard tegenaan. Het is leuk om je kinderen les te geven, de meisjes verdelen zelf onze taken (ik wil rekenen met Papa, en aardrijkskunde liever met Mama doen..) en zijn zeer gemotiveerd. Houen zo!
Aan het eind van de middag gaan we nog even in het zwembad ontspannen, tot het donker wordt.
’s Avonds bezoeken we een restaurant dat Laurette getipt heeft: ‘Once upon a Time in Thailand’ Zeer goede keus. Dit keer is de taxichauffeur weliswaar bekwaam, maar het verkeer zit hopeloos vast. Na een klein uur i.p.v. 10 minuten zet hij ons eindelijk af op de hoek van het steegje waar het restaurant is. Het steegje is smoezelig, halfdonker en het lijkt onwaarschijnlijk dat er iets behoorlijks in te vinden is. Maar doorzetten wordt beloond, want na een paar honderd meter blijkt er zich inderdaad een terras te openen, en een paar minuten later zitten we op de grond op een veranda, en drink ik verse kokosmelk uit de noot. De diverse appetizers zijn uitmuntend, met name de (naam kwijt ai!) is verrukkelijk: je pakt een blaadje, rolt dat tot puntzakje, en stopt er een mengseltje in van noot, chili, limoen, gember, komkommer en ui, en giet er wat zoete soyasaus overheen, alvorens het als eenhaps-snack in de mond te stoppen. Verder hadden we satay, loempiatjes, en die kleine gefrituurde zakjes. Toen zaten we eigenlijk vol, maar kwam er nog een heerlijke soep, kip met cashewnoten, een stoofschotel met garnalen en mihoen, en gefrituurde vis met idem zeewier (leek eigenlijk het meest op kibbeling). Heerlijk! Rond elf uur rolden we naar huis…
6/1
Gek he, de meisjes waren ’s ochtends niet vooruit te branden…. We realiseren ons na een moeizame start, dat de vermoeidheid hun parten speelt, en besluiten tot een rustig dagje bij het zwembad. Gejuich alom. ’s Middags pakken, en om vier uur verlaten we het hotel voor onze vlucht naar Pukhet. Op de valreep nog 2 belangrijke zaken: we hadden kleren meegenomen uit Amsterdam, waar de kinderen uitgegroeid zijn, en Yolanda vraagt aan het hoofd housekeeping van het hotel om daar een goede bestemming voor te vinden. Zij weet wel wat. En als we staan te wachten op onze taxi zie ik toch nog Molly, de Director of Sales die ik in Londen had ontmoet, en die ons zo een vriendelijk aanbod had gedaan voor ons verblijf. Het bedankbriefje dat ik haar net geschreven had kan in de prullenbak. Ik ben blij, dat ik haar nog even persoonlijk kan bedanken voor de gastvrijheid.
Pukhet is maar een uurtje vliegen, en we komen daar om een uur of acht ’s avonds aan. Het begint met een kleine misser, want de mensen van het Allamanda zijn er niet om ons op te halen. Een dame van het Marriott is echter zo aardig om alternatief vervoer aan te bieden, in de hoop, dat wij de komende dagen bereid zijn om tijd te maken om nog naar haar property te komen kijken, wat nog druk verkocht moet worden. Het Allamanda is –net als dat Marriott- gebouwd als een soort chic Centerparcs, waarvan de units per stuk verkocht worden en de eigenaren een timeshare hebben, het recht om er een paar weken per jaar zelf te zitten, en verder beleggingsrendement krijgen van de hotel-exploitatie. Allamanda is deel van een complex van 4 formules, die allen vallen onder de naam Laguna Phuket. Het aardige is, dat dit 15 jaar geleden nog een maanlandschap was, een uitgeputte tinmijn, waarvan men niet dacht dat er ooit nog wat zou kunnen groeien. Door een nieuwe toplaag aan te brengen, en er beplanting heen te slepen, is een schitterend landschap ontstaan, waarin toeristen graag hun tijd doorbrengen. Zo gezien hebben ze de mijn gewoon vol laten lopen, en is zo de lagune ontstaan.
9/1
Ik zit aan het ontbijt, de vrouwen slapen nog, wat mij de gelegenheid geeft om even wat in te halen. Gisteren was een bijzonder geslaagde dag met een excursie op het eiland: we hebben op een olifant gereden, gezien hoe aapjes getrained worden om kokosnoten uit de boom te halen, een show van baby-olifantjes gekregen, die ons –help!- een rugmassage mochten geven, geleerd hoe rijst verbouwd wordt, en hoe je rubber maakt. Een beetje toeristisch, maar zeer goed georganiseerd, en erg leerzaam. Vooral ook leuk voor Miriam, die een directe link kon leggen met haar aardrijkskunde-les waar ze net geleerd heeft hoe in Nederland akkerbouw werkt, en hoe polders functioneren (voor rijstvelden maak je ook dammetjes, en zet je een terrein onder water…). Een rubberboer tapt per dag met zijn familie zo’n 150 bomen af, en maakt daar dan 4 vellen rubber van (formaat grote badmat). Ieder vel brengt ca. 40 Baht op, hetgeen de familie op een dagloon van € 3,20 brengt…. In de jeep waarmee we rondrijden ontmoeten we een aardig Pakistaans stel, dat op huwelijksreis is. Hij woont al jaren in Londen, zij de laatste 2 jaar in Canada, daarvoor in Pakistan. Ze maken een zeer gelukkige indruk. Een engelse vrouw doet ook enthousiast gillend met alle activiteiten mee, ondanks een overgewicht van minstens 150 kilo. Arme olifant…
De avond van de 7e hadden we kleren laten maken: voor € 80 hebben we ons alle vier in maatgemaakte zomerkleren gestoken. Een aardige oudere taxichauffeur heeft ons de hele avond rondgereden, eerst naar de kleermaker in Phuket town, daarna naar een restaurant. Inclusief hele grote fooi rekenen we 3 ½ uur later € 20,-- af. Tja, als je het afzet tegen het loon van die rubberboer verdient zowel die kleermaker als die taxichauffeur heel veel.… En ook als je het vergelijkt met 15 jaar geleden –ons laatste bezoek aan Thailand- is het veel.
Overigens kunnen we die maatschappelijke ontwikkeling ook terugvinden De verbindingsweg tussen Patong en Phuket herinneren wij ons als een veredeld pad, met kippen, fietsers, brommers en auto’s, allemaal door elkaar. Nu is het een drukke 4-baans snelweg, en we stoppen even bij een groot, modern winkelcentrum van Tesco, de Amerikaanse keten. De enorme parkeerplaats staat vol nieuwe auto’s. Daar shopt massaal de middenstand, en kun je zien hoeveel mensen er in de laatste 15 jaar blijkbaar opgeklommen zijn tot ‘westerse’ standaard. Het is een trend die in heel Azie terug te vinden is: de boeren zitten nog op zeer lage lonen, -en hier op Phuket leidt dat tot vrij massale conversie van landbouwgrond naar huizenbouw voor middenstand en toeristen-; de arbeiders zitten nog zeer laag, maar daar begint ‘minimumloon’ al een begrip te worden, en de middenstand verdient redelijk, als je het afzet tegen de lokale kosten van levensonderhoud. De rijken, de eigenaren van fabrieken, of internationale handelaren, of toeristische ondernemers, zijn ook naar Westerse standaard zeer rijk. Die taxichauffeur was tot een paar jaar geleden visser op een longtail (bootje met ‘staafmixer’), daarna is hij toeristen in zijn boot gaan vervoeren, en op een gegeven moment had hij een taxi bij elkaar verdiend. Nu zit de hele familie in het toerisme, zijn dochter in het Marriott, zijn zoon nog in opleiding.
De Thaise economie drijft op een aantal peilers: er is landbouw, er is industrie, er is hi-tec, er zijn vele services, waarvan toerisme de grootste is. Hier op Phuket kan je ook wel een beetje de omslag merken, dat het toerisme een beetje te veel ‘industrie’ is geworden. Er wordt niet gehasselt, maar de ongelofelijke gastvrijheid van 15-20 jaar terug heeft nu toch een beetje routinematig karakter gekregen. De verschillen met resorts in Spanje zijn niet meer zo groot.
’s Avonds even een akkefietje met een taxi-chauffeur, wat op Tamar grote indruk maakt. Na het zwemmen willen we nog even naar de avondmarkt die we bij de vorige taxi-rit gezien hadden. Daar waren allemaal leuke voedsel kraampjes, waar we willen eten. Maar eerst even opfrissen in de kamer. Daar liggen ondertussen de kleren op ons te wachten, dus dat ontaardt vanzelfsprekend in een grote modeshow. Het meeste is prima, maar de rok die Yolanda heeft laten maken is veel te lang, en er zijn nog wat kleinigheden mis gegaan in de haast. We bellen daar over met de kleermaker, die meteen in de auto springt, en er over een half uur zal zijn. Daarop besluit Yolanda te wachten, en even wat in de kamer te eten –het wordt ondertussen al laat- , en wij gaan gedrieën naar de markt. Althans dat denken we. Bij de uitgang van het hotel vangt een taxi ons op, we zeggen waar we heen willen, spreken een prijs af (die naar Bangkok standaard zeer hoog is, maar op Phuket rijden taxi’s alleen voor toeristen en zonder meter. Daarvoor zal hij dan wel de hele avond blijven wachten terwijl wij eten), en hij gaat rijden. Na een paar minuten stopt hij bij een soort mini-supermarktje, wat natuurlijk totaal niet is wat we bedoelden. Na enig heen- en weer gepraat, en dito rijden brengt hij ons na 10 minuten onverrichter zake terug in het hotel. Hij kan het niet vinden/begrijpen. We stappen uit, en tot dat moment is alles in een heel vriendelijke toon verlopen. Hij wil geld, ik wil hem best wat geven voor de benzine en zijn tijd, maar niet de vooraf bepaalde prijs, want hij heeft niet ‘geleverd’. Ik ben rustig maar beslist, vraag hem wat hij dan denkt dat redelijk is. Hij is nogal opgewonden en plotseling ontploft hij en slingert me ‘fuck you’ naar mijn hoofd. Daar schrikt Tamar kolossaal van, en nu word ik ook kwaad, want zulke taal gebruik je niet met kinderen in de buurt, en bovendien ‘you upset my daughter!’. Hij dreigt met politie, ik riposteer vriendelijk dat hij die vooral moet laten komen, en dat zij dan maar moeten zeggen wat een redelijke prijs is, en uiteindelijk settelen we –met bemiddeling van iemand van de receptie- op de halve prijs. Allemaal niet zo schokkend (kan je met een Amsterdamse taxi net zo goed overkomen), maar voor een meisje van 7 een hele nare ervaring. Ze heeft het er nog uren moeilijk mee, dat iemand zulke grove woorden tegen me heeft durven zeggen. We proberen haar te troosten door te zeggen, dat die man altijd met dat humeur moet leven, en wij maar een paar minuten…. Mijn vader had een woord voor zo’n vent: een trottel. We eten uiteindelijk in het hotel.
10/1
Vanavond vertrekken we naar Sydney! En dan gaat het echte ‘reizen’ beginnen…. We zijn een paar uur in Singapore, en dan vliegen we per Singapore Airlines door. Vandaag nog een beetje zwemmen, en Miriam en ik hebben even gezeild met een Hobie 16. Dat ging spectaculair hard, en even zelfs met 1 romp uit het water! Dus heel schuin…. Leuk!
Er is regelmatig contact met het thuisfront. Het is leuk om zoveel reacties te krijgen! Gisteren ook de eerste succesvolle chats: ’s middags met Oma, terwijl Miriam een huiswerktoets zat te doen, en ’s avonds de eerste audio-chat met Opa! Een gezellig gesprek vaneen half uur via het Internet. Lang leve de moderne tijd! (tja: de problemen van de moderne mens: waar vind ik broadband, hebben we wel genoeg adapters voor alle laders, er zit teveel ruis op de telefoonlijn voor data-communicatie, hoe luister ik naar de voicemail van mijn mobiel, en waarom hebben ze in Thailand geen GPRS, waarom werkt de VPN van het bedrijfsnetwerk niet in dit hotel, hij maakt wel verbinding maar logt niet in, en hoe kokm ik langs de firewall, en waarom kan ik wel mail ontvangen, en niet verzenden via I-pass, en wat is trouwens mijn password voor I-roam want dat zou nu moeten werken in plaats van I-pass, en waarom kan je niet de hele foto in beeld krijgen als je een eigen foto als bureaublad wil instellen…….oftewel lang leve de moderen tijd! ¾ van deze kreten kende ik 2 jaar geleden niet eens!)


